Opinie
19 November 2019 | 12.31
Roderik Bolle
Roderik Bolle
Deel dit artikel

Banklessen voor goede doelen (en vice versa)

De ophef over salarissen van topbestuurders in de bankenwereld is intussen weggeëbd, maar iedereen voelt op z’n klompen aan dat het beloningsdossier een terugkerend hoofdpijndossier is. Wat dat betreft zijn er markante parallellen met onze goede doelensector, maar niet (zoals men zou kunnen denken) in de zin dat onze goede doelen heel erg op de banken lijken, althans niet op alle fronten. Ik neem u even mee in de lessen die we van elkaar kunnen leren.

Banklessen voor goede doelen (en vice versa)

Ophef over salaris

Weliswaar niet op dezelfde megalomane schaal, maar ook in goededoelenland is er een zeer sterke mening ontwikkeld over de beloning die mensen mogen ontvangen voor het werk dat ze voor goede doelen leveren. Er zijn al normeringen overeengekomen voor maximale bezoldigingen en in deze is de sector de bankensector duidelijk voor: het is verwonderlijk dat de financiële industrie zichzelf nog altijd weet te belonen op een schaal die werkelijk niet in verhouding staat tot de relevantie van hun rol en functie in de maatschappij. Les vanuit de fondsen voor de banken: vraag je eens af of langs dezelfde aanvliegroute van salarisnormeringen misschien banken ook de maatschappelijke verontwaardiging zouden kunnen pareren? Laten we eerlijk zijn, voor zolang het nog duurt hebben deze grootbanken immers ook vooral een maatschappelijke functie.

Verdenkingen, beboeting maar géén veroordeling

Ook onze goede doelensector krijgt in toenemende mate te maken met corporate processen, validatiestelsels, eigen of aangescherpt toezicht, enzovoort. Het UBO-register hangt - ondanks amendementen - als een slagschaduw boven bestuurders van stichtingen; de AVG heeft ongeveer het hele marktbewerkingsplan van fondsenwervers overhoopgehaald en inkomsten (vooral aan niet-christelijke kerken) zijn verdacht, totdat blijkt dat ze niet verdacht zijn. De ING-affaire bracht een paar interessante zaken aan het licht:

  • hoe fijnmaziger de wet- en regelgeving, des te groter het aantal gaten waar je doorheen kunt glippen;
  • je kunt allerhande bankierseden afleggen (of voor ons validatieprocessen opleggen), maar integriteit is domweg niet af te vangen in bepalingen en documenten, zo blijkt maar weer. Sterker nog, waar extra vinkjes vooraf gezet worden (zoals de eed), lijkt het alsof de waakzaamheid juist afneemt: ‘we zijn al gecontroleerd’;
  • witwassen is een van de laatste handelingen van een illegaal proces, waarbij de opbrengsten op zo slinks mogelijke wijze terug in het maatschappelijke financiële verkeer moeten worden gebracht;
  • wittenboordencriminaliteit wordt vooral afgekocht, in plaats van verantwoordelijken ervoor te straffen. De ING-boete wordt uiteindelijk door klanten betaald en gaan ten laste van het dividend aan aandeelhouders.

Les vanuit de banken voor de goede doelen: acteer voordat je wet- en regelgeving van de bankensector over je uitgestort krijgt. Denk na over de relevantie van de organisatie, maar laten we met elkaar ook over de zin van valideren praten. Denk goed na over volslagen onbekende mecenassen die ineens een groot bedrag willen doneren aan je stichting met het liefst een foto met cheque erbij. De sector bedoelt het goed, maar dat wil niet zeggen dat we wel gebruikt kunnen worden door partijen om gelden in het maatschappelijk verkeer te wassen. Realiseer je ook dat als je de personen verantwoordelijk voor problemen niet aanpakt, de stakeholder (in ons geval de naam/reputatie van de stichting, de mensen die van de inkomsten afhankelijk zijn) eigenlijk de enige slachtoffers worden. Er wint niemand, terwijl de veroorzakers ermee weg lijken te komen…

IT & process legacy

Waar banken al meer dan veertig jaar geleden hun eerste stappen op IT-gebied zetten, worden zij nu geconfronteerd met enorme process legacies. Rekeningen worden nog in MSDOS aangemaakt; systemen zijn jaar in jaar uit aan elkaar geknoopt... niemand durft een oude server er tussenuit te halen uit angst dat er dan op een nog onbekende plek een afdeling zonder werk zit…
Het almaar uitstellen of niet genoeg bevatten van de enorme omvang van het probleem, heeft het probleem eigenlijk alleen maar nóg groter gemaakt.

De stichting moet door!

Lessen voor de goede doelensector: het is niet leuk, maar als bestuur moet je helaas ook op de minder populaire dossiers duiken om te voorkomen dat je straks een nóg groter probleem doorgeeft. Niemand verwacht dat we in onze vrije tijd zomaar eventjes alles kunnen aanpakken of dat we daar dan ook genoeg kennis van hebben. Maar begin er vooral wél aan om er iets van te vinden, voordat bij het vertrek van sleutelfiguren pas duidelijk wordt hoeveel kennis er dan vertrekt die nergens anders in de organisatie ligt opgeslagen. De stichting moet door, ook na uw tijdperk op de bok.


Raad & daad

Zijn uw (bestuurlijke) processen op orde? Orchestra helpt u met raad en daad. Neem contact met ons op voor nader advies en ondersteuning: contact@orchestra-contact.com

Over de auteur: Roderik Bolle is directielid van Orchestra. U kunt rechtstreeks contact met hem opnemen: klik hier

Gerelateerde artikelen